Aan de overkant van ons huis was een muur. Van de fabriek van Bos. In het smalle Fnidsen kwam daar nog wel de zon. Mijn moeder zette de kinderwagen daar neer. Mijn kleine zusje lag erin. Op een keer klom ik op die plek in de kinderwagen. Achteraf denk ik: omdat ik weer de jongste wilde zijn.’