Het initiatief van De Sociëteit om in de week van 28 maart elke dag borsjtsj te serveren beviel mij meteen. Natuurlijk vanwege het goede doel, bij te dragen aan hulp voor mensen die in Oekraïne lijden onder de Russische inval, maar ook vanwege het middel: samen eten en dan nog wel borsjtsj, de soep gemaakt van rode bieten, een van mijn lievelingsgroenten.
Toen ik op maandag om half een de Sociëteit binnenstapte, drong zich echter dwars door mijn hongerig verlangen een zekere spanning op. Komen er wel mensen om te eten?
Ik besloot me niet door deze vraag te laten meeslepen en ging gezellige gesprekken aan, met mensen die toch langzamerhand binnendruppelden. Ik kwam erachter dat vandaag de krant op bezoek was om over het initiatief een artikel te schrijven en dat morgen (dinsdag) TV Noord-Holland langs zal komen om een opname te maken. Ook hoorde ik dat borsjtsj niet alleen in Oekraïne en Rusland veel gegeten wordt, maar ook in omliggende landen en dat Jokelien haar soep bereidt volgens Georgisch recept.
Toen ik tegen half twee vertrok, was de spanning verdwenen: de opkomst was niet daverend geweest, maar rond de grote tafel zat een groep mensen gezellig te eten en te praten en voor de eerste dag was dat een mooi resultaat. Het is niet gek om te verwachten dat het in de loop van de week zal aanlopen. En daarnaast: de borsjtsj is een plaatje en blijkt bij proeven heerlijk te zijn. Er zit biet in, en tomaat, en het fris van appel met daarnaast het scherpe fris van venkel. Ik genoot ervan en nam enkele porties mee, in de door sponsor Kropsla geleverde kartonnen bekers. Vanavond maak ik er thuis goede sier mee.